Bomaanslag


Bomaanslag
Word – 18,3 KB 429 downloads

Tom komt aan bij het hotel en neemt plaats in de rij bij de incheckbalie waar zeker een man of vijf voor Tom in de rij staan. Tom kijkt om zich heen in de enorme imposante lobby, het ziet er nieuw en schoon uit. Dat hij in zoon mooi hotel een kamer heeft kunnen krijgen dat kan hij nog steeds niet begrijpen.

Het duurt niet lang voor dat Tom aan de beurt is en ingecheckt is en hij door de lobby naar de lift loopt, aangekomen neemt hij plaats naast een andere man en een beeldschone vrouw die ook staan te wachten op de lift. Tom knikt en glimlacht naar de jonge vrouw en de jonge vrouw glimlacht terug naar hem terwijl de deur van de lift opent en iedereen de lift instapt. Tom staat recht tegenover de vrouw ze veegt met een vinger een lange blonde pluk haar voor haar donkergroene ogen weg en kijkt Tom recht in zijn ogen. Tom weet niet waar hij naar moet kijken de man naast haar is duidelijk haar man of vriend en staat ze nu met hem te flirten of beeld hij zich dit in. De man en vrouw stappen op de eerste etage uit, Tom zijn kamer bevindt zich op de tweede etage dus Tom blijft staan en kijkt de vrouw na terwijl de deur sluit. Eenmaal bij zijn kamer opent hij de deur en loopt hij door naar het bed, hij is uitgeput en laat zich dan ook zonder ook maar even rond te kijken op het bed vallen en zo blijft hij een tijd liggen. Tot er op de deur geklopt wordt Tom klimt op wie is dat nu. Hij opent de deur en daar staat een jonge beeldschone vrouw die hem verbaast aan kijkt. “Oh Sorry, ik denk dat ik bij de verkeerde kamer ben” zegt de jonge vrouw terwijl ze een lok van haar donkerbruine haar uit haar gezicht wegveegt. Tom bekijkt de vrouw grondig terwijl hij haar vertelt dat dat geen probleem is en hij zegt haar gedag en sluit de deur weer. Eenmaal terug bij het bed belt Tom met de roomservice en bestelt hij een Caesar salade. Binnen een half uur staat er een man met de salade voor de deur. Nadat Tom genoten heeft van de overheerlijke salade. Zet hij een muziekje op en loopt hij door naar de badkamer waar hij de Douche aanzet en zich uitkleedt fluitend op de muziek vanuit de kamer. Snel stapt Tom onder de Douche en fluit vrolijk mee met de muziek op de radio. Morgen is een belangrijke dag. Tom is naar dit hotel in Vlissingen gekomen omdat hij hier morgen een belangrijke afspraak heeft met een mogelijke nieuwe opdrachtgever die erg geïnteresseerd is in Tom na het lezen van zijn stukken in de krant. Tom droogt zich af en trekt een korte broek en shirt aan om in te gaan slapen.

Tom voelt een enorme harde druk op zijn borst en ineens is er niets meer, de muziek is weg, alles is stil en Tom opent zijn ogen maar hij ziet niets, wat is er gebeurd? Het is pikken donker maar het geluid komt weer terug maar niet het geluid van de muziek maar van gillende mensen en andere vreemde geluiden die Tom niet kan plaatsen. Hij kan niet bewegen, het voelt alsof er iemand hem op zijn borst drukt. En hij niet kan bewegen. Hij tilt zijn arm op en voelt dat er iets op hem ligt, iets van hout maar het is te zwaar hij kan het niet wegduwen en als hij zich inspant dan lijkt zijn ademhaling zwaarder te worden. “Help, help!” krijgt Tom er met een beetje moeite uit maar of iemand hem gehoord heeft geen idee. In de verte hoort hij meerdere mensen om hulp roepen en de sirenes van de aanrijdende hulpdiensten. “Is hier iemand?” roept een onbekende stem. “Ja, hier!” roept Tom met alle kracht die hij nog in zich heeft. Meerdere stemmen komen dichterbij Tom Probeert zo veel mogelijk te roepen om ze naar zijn kant te kunnen krijgen. Het duurt een eeuwigheid voor dat de hulp bij Tom maar al snel voelt hij een hand op zijn schouder. “Het zal even duren voor dat we bij je zijn er ligt hier een hoop puin, maar ik blijf bij je” Zegt een vrouwen stem. Terwijl de vrouw zijn hand vasthoudt, hoort Tom dat er andere mensen puin weghalen ook dit lijkt een eeuwigheid te duren en Tom voelt dat hij steeds zwakker. Hij schikt op van het licht wat ineens door het puin schijnt, en nu er licht is ziet Tom dat hij op zijn borst een houten balk heeft liggen met nog meer puin daarbovenop. Dan ziet hij twee mannen die boven hem puin weg trekken en de balk verwijderen, Tom kan ook ineens weer beter ademhalen en probeert langzaam overeind te kruipen terwijl hij door de vrouw ondersteund wordt. Alles doet pijn, maar hij kan overeind komen en kan alles gelukkig nog bewegen. “Mooi je kunt nog bewegen kom op we moeten hier weg” Roept één van de mannen die meteen weglopen. Tom kijkt om zich heen maar herkend niets van zijn kamer er is alleen nog puin en waar het raam zat zit een groot gat in de muur maar er is niks te zien buiten behalve een grote stofwolk. Tom aarzelt niet maar volgt de vrouw door het Puin heen door wat ooit de gang was, waar nog maar weinig van over of herkenbaar is. Voor zijn gevoel moet hij nu vlak bij de lift zijn maar er is niets wat op de lift lijkt behalve een groot gat, wellicht dat dat ooit de lift geweest is. De vrouw en de Mannen staan stil bij een berg puin, onder de berg puin licht een lichaam van een vrouw. De mannen kijken of de vrouw nog leeft maar ze schudden hun hoofd en staan weer op en vervolgen hun weg door de gang op zoek naar een uitgang of andere overlevende. Tom kijkt naar de dode vrouw als hij haar passeert, ze ligt onder een groot stuk puin en om haar heen een flinke plas bloed. Tom haalt diep adem en kijkt de andere kant op en loopt snel weer door achter de andere aan waarvan hij nog steeds geen idee heeft wie het zijn.

Ze komen aan bij een deur die geblokkeerd wordt door een berg puin het is de deur naar het trappenhuis en dat is hun enige uitweg. “He wat is jouw naam?” vraagt de man met kort grijs haar. “Ik ben Tom, bedankt dat jullie mij geholpen hebben” “Oké Tom, ik ben Hans en dit zijn mijn vrienden Johan en Melanie. We moeten hier weg maar dan moeten we eerst deze deur vrijmaken, dus als je ons even kan helpen Tom” Tom klimt meteen naar voren en helpt Hans en Johan met het verwijderen van het puin. En na tien minuten is de deur vrij en kunnen ze deze openen. Hans opent de deur, het trappenhuis ziet er nog goed uit op wat los puin na opgelucht vervolgen ze hun weg naar beneden. “He verdome!” Roept Johan die vooroploopt en al snel zien de andere het ook, het trappenhuis is ingestort dus ze kunnen hier niet verder. Tom opent de deur van de eerste etage en gelukkig is deze niet geblokkeerd, één voor één klimmen ze over het puin naar de gang die er gelukkig iets beter uit ziet dan de tweede verdieping. Nu moeten ze alleen nog een uitweg zien te vinden naar de begane grond en dan naar buiten, in de verte ziet Tom iemand zitten. Hij loopt eropaf en al snel herkent hij haar als de jonge vrouw uit de lift. “Mevrouw is alles goed?” vraagt Tom als hij zijn hand op haar schouder legt. Ze kijkt op en veegt een traan uit haar oog weg en kijkt Tom recht in zijn ogen “Ja met mij gaat het prima alleen mijn broer heeft het niet overleeft” Tom schikt vooral omdat hij dacht dat het haar vriend was. “We moeten een uitweg vinden Tom neem deze vrouw mee we moeten door” roept Johan als hij naast Tom staat. Tom helpt de vrouw overeind. “Kan je zelf lopen of heb je hulp nodig?” vraagt Tom aan de vrouw. “Ik heb gelukkig niets en kan gewoon lopen.” Antwoord ze “Oké ik ben Tom en de andere zijn Johan Melanie en Hans” “Anna” antwoord ze. Ze vervolgen hun weg door de gang en door het puin achter de andere aan. Tom kijkt naar Anna die ondanks al het stof en vuiligheid in haar blonde haar en gezicht nog steeds een prachtige vrouw is. Ze vervolgen met ze alle de weg naar de andere kant van het hotel om bij een andere trap te komen als die er is, we vervolgen onze weg door de hal en wat daar nog van over is zoekend in de kamers naar mensen die nog leven. In alle kamers die ze lang komen is niemand meer op een paar mensen die het helaas niet gered hebben. Tom en Anna zie in een kamer die compleet ingestort is een twee mensen onder het puin liggen maar beide zijn ze dood. Tom haalt diep adem en vervolgt zijn weg naar de hal “help!” Roept Anna terwijl ze wegzakt door de vloer die openbreekt ze valt ruim twee meter en komt met een harde klap op de grond terecht. Tom rent naar het gat en ziet Anna op de grond liggen, ze beweegt maar haar linkerbeen ligt naast haar lichaam en Tom kijkt machteloos toe. “We moeten haar helpen!” De andere komen de kamer in en kijken en lopen weer door “We kunnen helaas niet voor haar doen maar er zullen beneden andere zijn die haar wel kunnen helpen Tom, en anders zoeken we haar als we beneden zijn” Roept Hans. Maar Tom wil haar niet achterlaten en blijft naar haar kijken terwijl ze plat op de grond ligt te huilen van de pijn. “Ik kom naar je toe Anna” roept Tom terwijl hij opstaat. De vloer trilt en ook Tom valt door het gat en valt ook met een harde klap op de grond naast Anna, en Tom weet dat ook hij nu wel ernstig gewond is waar was hij nou zo dom om bij dat gat te blijven zitten. “Anna gaat alles goed?” “Nee alles doet pijn Tom en ik ben bang dat er niemand komt om ons te helpen” Tom kijkt om zich heen en ziet dat ze niet in de lobby of gang zijn maar in een kleine lege ruimte waar alleen puin ligt het zal ook wel even duren voor dat iemand ze hier gevonden zal hebben. Tom probeert overeind te komen maar het lukt hem niet. Ze kunnen nu niets anders doen dan in leven blijven en hopen dat ze snel gevonden zullen worden. “Help!” Roept Anna met alle kracht die ze heeft. Maar er gebeurt werkelijk niets, nul reactie. “Niemand hoort ons Anna we moeten wachten en hopen dat er iemand komt om ons te helpen, de andere weten dat we hier zijn dus ze zullen vroeg of laat komen om ons te helpen.” Anna knikt langzaam terwijl ze met tranen in haar ogen naar Tom kijkt. Tom schuift met veel pijn en moeite naar Anna toe en pakt haar hand vast. Anna kijkt hem aan en lacht tussen de pijn door naar hem. “Vond onze ontmoeting in de lift leuker” zegt ze met een geforceerde lach op haar gezicht. Het is stil in de ruimte in de verte horen ze het geluid van vallend puin en van gillende mensen. “Tom, denk je dat ze ons zullen vinden?” “Natuurlijk zullen ze ons vinden, ze weten dat we hiernaar beneden gevallen zijn en ze zullen ons dan ook vast wel snel vinden en bevrijden”

“Maar aangezien we nu toch moeten wachten kan je mij misschien wel vertellen of je in de lift met mij stond te flirten of niet Tom?” Tom schikt van de vraag en denkt even na.

“Ja, ik denk wel dat ik dat deed maar ik dacht dat je met je vriend was.”

“Nee dat was mijn broer, als het mijn vriend was dan had ik ook niet met jou staan flirten in de lift.” Tom weet even niet meer wat hij moet antwoorden maar Anna verbreekt al snel de stilte.

“Nou dan moeten we maar een keer wat gaan eten als we hieruit zijn, maar we kunnen nu elkaar alvast leren kennen. Dus Tom wat brengt jou hier?”

Terwijl de twee op de grond liggen delen ze alles met elkaar. Tom verteld over zijn leven in Amsterdam waar hij woont en werkt en dat hij hier morgen een afspraak heeft voor zijn werk. Op haar beurt verteld Anna dat uit Breda komt er hier samen met haar broer Tim was die ze al maanden niet meer gezien had ze waren hier voor een paar dagen vakantie. Anna verteld ook dat ze in een dorpje vlak bij Breda werkt in een magazijn waar ze op kantoor de administratie doet. Ze praten nog uren door over hun levens ondanks ze veel pijn hebben en ze geen idee hebben of er nog hulp komt. De uren verstrijken en de twee kruipen dichter tegen elkaar aan en houden elkaars hand stevig vast. Boven hen hoorde een explosie en er volgt een stofwolk en een hoop kabaal. Van puin wat naar beneden komt.

Er was die dag een aanslag gepleegd op het hotel, door meerdere zelfmoordterroristen die verspreid zaten in het hotel. De hulpdiensten konden het hotel moeilijk bereiken en slachtoffers konden het hotel moeilijk verlaten. Omdat deze zo goed al geheel ingestort was en na de laatste explosie er bijna geen doorgang meer over was. In de dagen daarna werden er nog lichamen onder het puin vandaag gehaald maar helaas geen overlevende. Ruim driehonderd dodelijke slachtoffers en rond de honderdtwintig gewonden. Tom en Anna werden twee dagen later gevonden hand in hand onder een dikke laag puin. Beide waren omgekomen bij de laatste explosie toen de etage boven hun instorten.